Wat is het verschil tussen de 'push' en 'pull' communicatiemethodes voor een dataset?
Push en pull zijn technische termen die worden gebruikt in het metadata veld ‘communicatiemethode’ op het resource niveau van een dataset of dienst. Meer bepaald ligt het verschil tussen deze termen in de wijze waarop de dataset of dienst wordt overgedragen tussen de gegevensaanbieder en de datagebruiker:
De communicatiemethode ‘push’ houdt in dat de gegevensaanbieder de dataset of dienst op eigen initiatief aan de datagebruiker levert, een situatie die zich in de praktijk zelden voordoet. In dat geval wordt vaak een overeenkomst voor de levering van gegevens gesloten tussen de gegevensaanbieder en de datagebruiker. De communicatiemethode ‘push on occurrence’ is een specificatie van de push-methode en houdt in dat een push plaatsvindt op specifieke momenten in de tijd, bijvoorbeeld wanneer een update van de onderliggende dataset door de gegevensaanbieder wordt gepubliceerd.
De communicatiemethode ‘pull’ houdt in dat de datagebruiker de dataset of dienst zelf raadpleegt naar gelang van zijn behoeften. In de praktijk betekent dit dat de datagebruiker de datasets op het NAP ITS raadpleegt op de momenten dat hij/zij dat wenst. De gegevensaanbieder stelt de gebruikers dus niet op de hoogte wanneer een update van de onderliggende dataset wordt gepubliceerd. Aangezien het NAP ITS opgezet is als 'gouden gids' met links naar de datasets en diensten, komt de pull-methode het meest voor.